krakeenden kwetteren klaaglijk
als hard vocht aanzwelt tot ijs
een wak trilt in de ijzige wind,
die mijn wanten doet verstijven
blauw verschiet in hel turkoois
kwik barst uit zijn element
mijn adem krijgt vaste vorm
stuurloos is de ruitenwisser
banden verliezen grip op asfalt
een zee van geluid daalt onder nul
de ruiten barsten van de scheuren
elf steden slaan ijlings op hol
aan de rand van de kilte stolt
mijn bloed; celsius rijdt een
scheve schaats, zwart trekt voor
mijn ogen, ijskoud buitengaats

© Marc Broekmans